Boehringer Ingelheim boekt bescheiden groei in eerste helft van 2018

Ingelheim, Duitsland, 1 augustus 2018 – Boehringer Ingelheim heeft in de eerste helft van 2018 belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. De vooruitzichten voor de ontwikkeling van nieuwe, baanbrekende behandelingen voor patiënten zijn daardoor verder verbeterd. Van de circa 80 ontwikkelingsprojecten heeft 65 procent de potentie om uit te groeien tot eerste werkzame bestanddeel in geneesmiddelenklasse of zelfs een baanbrekende behandelmethode. 

“Wij richten ons op aandoeningen bij mensen en dieren waarvoor op dit moment nog geen preventieve of bevredigende therapeutische behandeling bestaat. We voelen ons gesterkt in de keuze om ons toe te leggen op nieuwe, innovatieve behandelmethoden”, aldus Hubertus von Baumbach, voorzitter van Boehringer Ingelheims Raad van Bestuur. “In de toekomst kunnen we innovatieve oplossingen aanbieden die patiënten van een aanmerkelijk betere, en bij sommige aandoeningen zelfs de enige, behandelmogelijkheid zullen voorzien.” Wat geneesmiddelen voor mensen betreft richt het bedrijf zich met name op cardiometabole aandoeningen, oncologie, luchtwegaandoeningen, aandoeningen van het centrale zenuwstelsel en immunologie. 

In de eerste helft van 2018 boekte Boehringer Ingelheim een netto-omzet van 8,6 miljard euro. De twee belangrijkste bedrijfsonderdelen, Human Pharma en Animal Health, realiseerden allebei een voor valuta-effecten gecorrigeerde netto-omzetgroei van rond de 5 procent. De vorig jaar in het kader van de uitruil van bedrijfsonderdelen verleende en in de boeken opgenomen diensten voor Sanofi zijn inmiddels grotendeels afgerond. Dit drukt de netto-omzet van de bedrijvengroep. Boehringer Ingelheim verwacht dat de bescheiden netto-omzetgroei zich gedurende het huidige boekjaar op vergelijkbare wijze zal voortzetten.

“Het eerste halfjaar hebben al onze bedrijfsonderdelen, zoals verwacht, een groei laten zien die iets minder uitgesproken was dan in 2017, dat een buitengewoon succesvol boekjaar was”, verduidelijkt Von Baumbach. “Een van de redenen hiervoor, waar we in onze planning al rekening mee gehouden hadden, is de toegenomen concurrentie van generieke geneesmiddelen in de belangrijke Japanse markt.” 

Human Pharma, Boehringer Ingelheims grootste bedrijfsonderdeel, realiseerde in de eerste helft van dit jaar een netto-omzet van 6,1 miljard euro. Dit komt overeen met een groei van rond de 5 procent. Met dit resultaat was Human Pharma verantwoordelijk voor circa 71 procent van de totale netto-omzet. De groei binnen de Human Pharma-tak was vooral te danken aan middelen tegen diabetes. 

“Ondanks de veelomvattende integratieactiviteiten heeft ook ons bedrijfsonderdeel Animal Health een bevredigende groei laten zien, waar we erg blij mee zijn”, zegt Michael Schmelmer, lid van de Raad van Bestuur, waarbinnen hij verantwoordelijk is op het gebied van financiën. “We verwachten dat onze groei in het boekjaar 2018 een goede afspiegeling zal zijn van de groei van de markt voor diergezondheidsproducten.” De Animal Health-tak van Boehringer Ingelheim heeft in de eerste helft van dit jaar een netto-omzet van circa 2 miljard euro geboekt, wat neerkomt op een voor valuta-effecten gecorrigeerde groei van rond de 5 procent. Hiermee was dit bedrijfsonderdeel verantwoordelijk voor bijna een kwart van Boehringer Ingelheims totale netto-omzet. 

Op het gebied van de contractproductie van biopharmaceuticals is de netto-omzet gestegen naar 298 miljoen euro. De Biofarma-tak van Boehringer Ingelheim was dus verantwoordelijk voor circa 3 procent van de totale netto-omzet. 

De eerste helft van 2018 stond bij Boehringer Ingelheim ook in het teken van grote investeringen. “Enkele dagen geleden hebben we onze goedkeuring gegeven voor een investering van 200 miljoen euro in een nieuwe fabriek in Frankrijk voor de productie van diergeneesmiddelen, om aan de mondiale vraag te kunnen voldoen, en voor een investering van 230 miljoen euro in een nieuw onderzoekscentrum in het Duitse Biberach, gericht op de ontwikkeling van biopharmaceuticals”, laat Schmelmer weten. “Daarnaast doen we nog andere investeringen in verschillende landen.”

-EINDE-