Diabeteszorg in Nederland wordt steeds persoonlijker

Alkmaar, 5 oktober 2020 – De diabeteszorg in Nederland blijkt steeds vaker maatwerk. De mogelijkheden binnen een behandelplan waren tot voor kort vrij beperkt, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Inmiddels heeft de arts meer behandelopties tot zijn of haar beschikking en kan daarmee meer zorg op maat leveren. Dit blijkt uit het  Nationaal Diabetes Onderzoek van Boehringer Ingelheim, gehouden onder 869 huisartsen, praktijkondersteuners en (diabetes-) verpleegkundigen. Uit het onderzoek blijkt tevens dat gemiddeld 5,1% van alle patiënten in de eerstelijnszorg diabetes heeft. Voor een gemiddelde praktijk zijn dit dus 110 patiënten. Hiermee vormen diabetici, na patiënten met hart- en vaatziekten, de grootste groep patiënten met een chronische ziekte in de eerste lijn. In totaal hebben circa 1,2 miljoen Nederlanders diabetes.

Herziening NHG-standaard leidt tot resultaat
Aanleiding voor de toename aan zorg op maat is een belangrijke wijziging in de in 2018 herziene NHG standaard, ingegeven door een behoefte aan meer persoonsgerichte diabeteszorg. Uit het Nationaal Diabetes Onderzoek blijkt dat sinds de herziening van de NHG standaard vaker gebruik gemaakt wordt van geneesmiddelen die voorheen niet in het stappenplan waren opgenomen. De respondenten gaven aan sinds de herziening vaker met de patiënt alternatieven voor insuline te bespreken en vaker gebruik te maken van middelen als DPP4-remmers (58%), GLP1-agonisten (69%) en SLGT2-remmers (37%). Daarmee wordt diabeteszorg in Nederland in toenemende mate geïndividualiseerd. Volgens Carin Koning, belangenbehartiger bij Diabetesvereniging Nederland, is het een goede ontwikkeling dat er meer behandelopties komen voor diabetes. “De juiste optie op het juiste moment toepassen, is cruciaal voor de beste zorg voor de individuele patiënt”, aldus Carin. 

40% van zorgverleners stelt start insuline uit
 In de herziene NHG standaard is binnen het stappenplan meer ruimte om insuline uit te stellen. Ruim 40% van alle respondenten zegt bij de meeste patiënten (>80%) na metformine en gliclazide niet direct te starten met insuline. ‘De patiënt wil nog niet prikken of monitoren’ is een van de belangrijkste reden om de stap naar insuline uit te stellen (38%). Andere redenen zijn ‘De patiënt kan niet prikken of monitoren’, ‘de leeftijd van de patiënt’ en ‘toename gewicht’. Maar liefst 86% van de respondenten geeft aan dat de patiënten in de meeste gevallen (> 50%) opzien tegen het spuiten van insuline, wat waarschijnlijk verklaart dat steeds vaker alternatieven voor insuline besproken worden. 

Voorkomen van cardiovasculaire complicaties hoog op de agenda 
Ondanks het hoge percentage (95%) van respondenten dat stelt dat cardiovasculaire complicaties een belangrijk behandeldoel vormen voor patiënten met diabetes type 2, wordt risico op hart- en vaatziekten als overweging bij de keuze van een bloedglucoseverlager op dit moment nog maar in 13% van alle antwoorden genoemd. Vanuit de NHG wordt in deze versie van de Standaard voor medicatie nog geen aanbevelingen gegeven voor patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. 

Toekomstige trends in diabeteszorg
Een meer gepersonaliseerde behandeling van diabetes type 2 past in de trend van de laatste jaren. In Nederland heeft ongeveer 25% van alle patiënten met diabetes een hart- en vaatziekte1 ontwikkeld en meer dan de helft van alle patiënten komt te overlijden aan de gevolgen van een hart- en vaatziekte. Hart- en vaatziekten zijn daarmee de belangrijkste oorzaak van overlijden voor patiënten met diabetes type 2. Internationale richtlijnen2 bevatten op grond van harde uitkomsten een stappenplan waarin onderscheid gemaakt wordt tussen diabetespatiënten, bijvoorbeeld met een hoog cardiovasculair risico. Om te bepalen of dit ook voor de Nederlandse situatie een optie is, zal een analyse gemaakt moeten worden, wat kan leiden tot een nieuwe richtlijn voor Nederlandse patiënten.

~EINDE~

Over het Nationaal Diabetes Onderzoek
Voor meer informatie over het Nationaal Diabetes Onderzoek en een totaaloverzicht van de resultaten gaat u naar:

http://bit.ly/resultatendiabetesonderzoek

Over Boehringer Ingelheim
Het maken van nieuwe en betere geneesmiddelen voor mens en dier staat centraal bij alles wat wij doen. Het in onze missie om baanbrekende behandelingen te creëren die levens veranderen. Boehringer Ingelheim is sinds de oprichting in 1885 een onafhankelijk familiebedrijf. Dit geeft ons de vrijheid om onze langetermijnvisie na te jagen, vooruit te kijken om zo de gezondheidsproblemen van de toekomst in kaart te brengen, en ons te richten op die gebieden waar de behoefte het grootst is en wij het meest kunnen betekenen.

De ruim 51.000 medewerkers van ons toonaangevende, onderzoeksgerichte farmaceutische bedrijf creëren dagelijks waarde door middel van innovatie voor onze drie bedrijfsonderdelen: Human Pharma, Animal Health en Biofarmaceutische contractproductie. In 2019 behaalde Boehringer Ingelheim een netto-omzet van 19 miljard euro. Door met bijna 3,5 miljard euro stevig te investeren in R&D, bevorderen we innovatie en maken we de weg vrij voor de volgende generatie geneesmiddelen die levens zullen redden en de kwaliteit van leven zullen verbeteren. 

We maken gebruik van de kracht van samenwerkingsverbanden en de grote verscheidenheid aan deskundigen binnen de life sciences. Dit stelt ons in staat om meer wetenschappelijke kansen te benutten. Door samen te werken hoeven we minder lang te wachten op de volgende medische doorbraak die het leven van huidige en toekomstige patiënten compleet zal veranderen.

Meer informatie over Boehringer Ingelheim is te vinden op www.boehringer-ingelheim.com of in het jaarverslag: http://annualreport.boehringer-ingelheim.com.

Referenties:

1. Morrish NJ, et al. Mortality and causes of death in the WHO multinational study of vascular disease in diabetes. Diabetologia. 2001 Sep;44 Suppl 2:S14-21. 
2. Davies MJ, et al. Management of hyperglycemia in type 2 Diabetes, 2018. A consensus report by the American Diabetes Association (ADA) and the European Association for the Study of Diabetes (EASD). Diabetes Care 2018;41:2669-701.